Keukenhof, de lente van Europa

Christiane Goor,
21-04-2022
Bloemenpark Keukenhof kon op 26 maart eindelijk de deuren heropenen na 3 jaar sluiting vanwege de coronapandemie. Alleen de tuinders bleven er werken om de schoonheid van deze locatie te behouden en zich voor te bereiden op het nieuwe seizoen. Het resultaat mag er zijn: dit is de ideale plek om de terugkeer van de lente te vieren. Te ontdekken tot 15 mei!

Een tapijt van miljoenen voorjaarsbloemen

Eens de poort voorbij, wordt het parfum bedwelmend. Een paar stappen volstaan om een veelkleurig panorama te aanschouwen. In elke richting is het schouwspel overweldigend. De paden bieden perspectieven afgelijnd door bomen van meer dan honderd jaar oud en vooral vele bloembedden. We bevinden ons in het Keukenhof, een landgoed van 32 hectare dat jaarlijks acht weken lang een tapijt van miljoenen bloemen uitrolt. Hier in Nederland heeft het vlakke land een internationale reputatie opgebouwd dankzij de bloembollen, die over de hele wereld worden geëxporteerd, voornamelijk naar de Verenigde Staten, Japan en Duitsland.

De tulp, afkomstig uit de Kaukasus

Bij onze noorderburen is de tulp sinds zijn introductie in 1593 de blikvanger aan de voet van de windmolens. Inderdaad, deze bloem die in een breed palet van tinten voorkomt, is niet inheems in Nederland, maar komt uit een bergachtig gebied van de Kaukasus, dat ooit deel uitmaakte van het Ottomaanse Rijk. De botanicus Charles de Lécluse, origineel afkomstig uit Arras en werkzaam in Leiden, plantte in 1593 de eerste tulpenbol in Nederland uit een handvol uien die hij van de Oostenrijkse ambassadeur had gekregen en die op het hof van Sultan Suleiman de Grote waren gestolen. Hij acclimatiseerde deze bloem zo goed dat er zo’n 50 jaar later al 650 soorten tulpen waren. Deze overvloed aan kleuren en vormen veroorzaakte zo’n rage dat er sprake was van een echte “tulpenmanie”. Vazen en tuinen pasten zich aan, de op de zee ingedijkte polders boden voldoende land en bollen en uien werden geëxporteerd met een etiket van … Nederlandse herkomst.

Keukenhof, de vitrine van onmiskenbare knowhow

Tot vandaag is dit een van de grote rijkdommen en trots van onze noorderburen. Het maakt deel uit van de clichés, zoals klompen of kaas. De Nederlanders zijn met 20.000 hectare akkers uitgegroeid tot de grootste producenten van bolbloemen. De tulp, maar ook lelies, gladiolen, narcissen of hyacinten kleuren het platteland. Honderden bedrijven met de benijdenswaardige naam ” Hofleverancier” leveren hun bollen, die tussen eind september en de eerste nachtvorst met miljoenen zijn geplant, om van maart tot mei een kleurrijk spektakel te bieden.

Om dit prachtige bosrijke park nog magischer te maken, gebruiken de tientallen tuiniers de techniek van het planten op niveaus. Daarbij worden de bollen boven elkaar geplant: late tulpen worden het diepst geplaatst, onder vroege tulpen en krokussen. Zo worden de bloemperken langs de wandeling over deze historische site steeds vernieuwd.

Het Hof der Keukens

De overblijfselen van kasteel Teyligen zijn nog steeds zichtbaar. Dit landgoed behoorde van 1401 tot 1436 toe aan de Gravin van Holland, Jacoba van Beieren. Hier jaagde ze en plukte ze fruit, groenten en kruiden voor de keukens van het kasteel. Daarvan kwam, zo wordt gezegd, de naam Keukenhof (oorspronkelijk Het Hof van Keukens). Ter plaatse leren we dat de fundamenten van het huidige park dateren uit 1840 en de stempel dragen van de landschapsarchitecten die ook het beroemde Vondelpark in Amsterdam ontwierpen. Het was de burgemeester van Lisse, het nabijgelegen dorp, die in 1949 met de medewerking van tuinbouwspecialisten het initiatief nam om deze lusthof aan te leggen. Sindsdien werd het een geweldig succes: Keukenhof verwelkomt jaarlijks gemiddeld 1,5 miljoen bezoekers van over de hele wereld, waaronder veel Belgen. En meer dan 18 soorten trekvogels…

Een zorgvuldig onderhouden park

Aan de rand van de vijvers waar zwanen en eenden zich ophouden of op de top de heuveltjes, kan je eindeloos genieten van het zicht van deze bloemen, vooral omdat het natuurlijk kader voortdurend verandert tijdens de wandeling. De vaak majestueuze bomen veranderen zo de perspectieven en creëren verschillende sferen. Honderdjarigen of niet, ze krijgen alle aandacht: om de 5 jaar vliegt er een vliegtuig over het park om ze te fotograferen met infraroodtechnieken, om er zo op toe te zien dat ze allemaal nog gezond zijn. Heldergroen gras, waarvan jaarlijks wordt meer dan 6.500 kilogram graszaden wordt gezaaid, helpt om meer glans aan de achtergrond te geven.

Thematuinen langs de paden

Hier in de Natuurlijke Tuin gedijen bollen en vaste planten weer in het wild. En daar in de Tuin der Muziek laten we ons in slaap sussen door de melodieën. Verderop in de Historische Tuin markeert de houten poort de overgang naar de Middeleeuwen. Beschut door de muren herinneren de bijzondere kruiden aan de tijd van de voormalige meesteres van deze plaats, Jacoba van Beieren. De recentere Japanse tuin, gelegen in de buurt van de molen die een prachtig panorama biedt vanaf zijn terras, symboliseert de 400 jaar oude link tussen Japan en Nederland.

Kunst en tuinbouw verschillende paviljoenen

Er is zelfs een route van standbeelden en tentoonstellingen van foto’s en schilderijen in verschillende paviljoenen. Het landgoed is inderdaad de thuisbasis van verschillende overdekte ruimten op het terrein die vooral op regenachtige dagen worden gewaardeerd. Deze paviljoenen belichten onder andere tentoonstellingen van snijbloemen of zijn gewijd aan bepaalde soorten, zoals orchideeën, bamboes of lelies.

Met zo’n programma lijkt een bezoek van één dag eigenlijk heel kort. Het zou inderdaad zonde zijn om meteen weer naar België te gaan. Net buiten het landgoed leiden de kleine wegen immers naar het omliggende platteland, met velden met een overvloed aan bloemen. Een wonderbaarlijke natuur. De verschillende kleuren wisselen elkaar af en zijn een echte lust voor het oog. Wat een schoonheid!

Meer info