Terwijl ik dit schrijf, zit mijn hart nog vol emoties die ik in Albi heb beleefd.
Ja, Albi! Deze stad in het zuidwesten van Frankrijk, de hoofdstad van het departement Tarn, is recent opgenomen in de prestigieuze Forbes-ranking. Je vindt ze op de vijfde plaats van Europese steden die je absoluut moet bezoeken in 2026.
© Florence Brigode ©
Nadat we landden in Toulouse huurden we een auto: nog geen uur later waren we al op onze bestemming. Albi bewonderen vanuit de auto was al betoverend: de bruggen over de Tarn, de fonkeling van de zon op de rivier, en de rode contouren van de bisschoppelijke stad tegen de blauwe herfstlucht… Het leek wel een schilderij dat we absoluut van dichterbij moesten bekijken.
Een charmant verblijf aan de oevers van de Tarn
We lieten onze koffers achter in het Hôtel Mercure Albi Bastides Rives du Tarn: dit hotel is gevestigd in de voormalige ‘Moulins Albigeois’ van de ‘Vermicellerie d’Albi’.
Het gebouw zelf is de moeite waard: ik was dol op onze ruime kamer, de zachte parketvloer, de lange gordijnen en de enorme douche.
Mijn favoriete plek? Het terras met smeedijzeren balustrade, dat toegankelijk is via de bar van het hotel en zich uitstrekt langs het hele gebouw. Daar zitten met een cocktail in de hand, met uitzicht op de bisschoppelijke stad… puur genieten.
Restaurant La Vermicellerie
Het restaurant van het hotel ‘La Vermicellerie’ is een absolute aanrader. Alleen al als ik eraan terugdenk, loopt het water me weer in de mond.
Mijn favoriet? De halfgegaarde geroosterde eendenborst met butternutpuree, kastanjes en granaatappelsaus.
Op ontdekking in de bisschoppelijke stad
Het programma van onze trip? Bezoeken, natuurlijk!
© Florence Brigode ©
De kathedraal Sainte-Cécile
Sinds 2010 staat de bisschoppelijke stad op de Unesco Werelderfgoedlijst. We werden er rondgeleid door een gepassioneerde gids.
De kathedraal Sainte-Cécile, het grootste religieuze bakstenen gebouw ter wereld en de grootste beschilderde kathedraal van Europa, heeft een diepe indruk op mij nagelaten.
Wat ik vooral zal onthouden:
• Het gotische baldakijn aan de ingang,
• Het fresco van het Laatste Oordeel,
• De muurschilderingen met hun fascinerende geheimen,
• En het monumentale doksaal.
Het ‘Palais de la Berbie’ en zijn tuinen
Ook het ‘Palais de la Berbie’, met zijn indrukwekkende tuinen, wist me te bekoren.
Liefhebbers van fotografie komen hier volop aan hun trekken: elk uitkijkpunt nodigt uit tot verwondering.
Dit voormalige verdedigingspaleis van de bisschoppen van Albi, met uitzicht op de Tarn, biedt een buitengewoon panorama.
© Florence Brigode ©
Wandelen over de vestingmuur is alsof je even uit de tijd stapt: aan de ene kant de klassieke Franse tuinen, aan de andere kant de oevers van de rivier en de stad.
In het paleis vind je ook het Toulouse-Lautrecmuseum, een andere manier om de architecturale schatten van het gebouw te ontdekken.
Dwalen door middeleeuwse steegjes
Onze gids nam ons mee naar de wijk Castelviel, door de straten van het oude Albi en langs de kloostergang van Saint-Salvy.
Zij vertelde, wij luisterden.
© Florence Brigode ©
De ‘solelhou’, de open ruimtes in de huizen, hebben voor ons geen geheimen meer. Net als pastel, het blauwe goud van de Tarn. Wist je dat dit een plant met gele bloemen is die een intens blauwe kleurstof produceert?
Uitzichtpunten en wandelingen langs de Tarn
Achter de kathedraal, op de Place du Château, staan grote rode letters ALBI: een ideaal fotomoment vóór je de nieuwe fiets- en voetgangersbrug over de Tarn oversteekt.
© Florence Brigode ©
Deze brug, gebouwd op het spoorwegviaduct, is 180 meter lang en telt vijf uitkijkpunten met adembenemende zichten op de kathedraal en de bisschoppelijke stad.
We bleven er een hele poos staan: de weerspiegeling van Albi op de Tarn blijft fascineren — zeldzaam poëtisch.
Albi, vol charme en levenskwaliteit
Albi, ‘La Rouge’ (omwille van de rode baksteen) is een ideale stad om in rond te kuieren. Onze wandelingen brachten ons in mooie parken (Parc de Rochegude), op charmante pleintjes (Place Savène) en langs rustgevende fonteinen (zoals die met 81 waterstralen op Place du Vigan).
Langs de oevers, op het groene wandelpad l’Échappée Verte, is de wandeling aangenaam en vredig.
Het Toulouse-Lautrecmuseum
Mis zeker het Toulouse-Lautrecmuseum niet, dat je vindt in het ‘Palais de la Berbie’.
Ik wist niets over het leven van deze kunstenaar, die geboren werd in Albi, en ontdekte een kleurrijk figuur met veel zelfspot.
De smaken van Albi: niet te missen adressen
Mira Rooftop, op het dak van het Grand Théâtre des Cordeliers, biedt een uniek uitzicht op de stad.
Het interieur is modern, het terras bruisend, en de gerechten royaal én verfijnd.
Op het menu: mediterrane keuken — met een eervolle vermelding voor de gegrilde stierenhaas, aligotcrème, krokante zwoerd en vleesjus.
De overdekte markthal
Nog zo’n niet te missen plek: ‘La Halle du Marché couvert’.
Je kan er lokale producten en streekgerechten proeven.
Wij stelden ons menu samen op basis van de tips van de marktkramers. Een authentieke en gezellige ervaring.
Een stad om te beleven
Ons besluit bij het vertrek uit Albi?
Dat het een stad moet zijn waar het echt aangenaam leven is, waar we ons helemaal op ons gemak voelden.
Zoveel rust, zoveel levendigheid, en zoveel schoonheid dat het ons de adem benam.
© Florence Brigode ©
Albi ‘la Rouge’ heeft ons hart veroverd, zoveel is zeker.
Droom jij er ook van om deze prachtige bestemming te ontdekken? Surf dan naar www.tourisme-tarn.com.