

In Tirana loont het om de kleine en oude Et’hem Bey-moskee te bezoeken, gebouwd aan het einde van de 18de eeuw. Dit Ottomaanse overblijfsel werd gespaard tijdens het communisme en prijkt nu aan de rand van het Skanderbegplein met zijn beschilderde buitenmuren. Het contrast is groot met de Namazgah-moskee in neo-Ottomaanse stijl, herkenbaar aan de vier minaretten van 50 meter hoog. Deze moskee, in 2023 ingehuldigd in de George Bush-straat, wordt beschouwd als de grootste op de Balkan, met plaats voor 2.500 gelovigen.
In Tirana is ook het wereldwijde hoofdkwartier van het bektashisme gevestigd. Deze Soefistische islamitische stroming, ontstaan in 1501, predikt tolerantie en bracht tal van intellectuelen en tegenstanders van de Ottomaanse overheersing voort, onder wie veel voorvechters van de onafhankelijkheid in 1912. De broederschap telt wereldwijd zo’n 7 miljoen volgelingen, waarvan ongeveer 100.000 in Albanië. Hun tekken – herkenbaar aan gekleurde koepels en zonder minaret – liggen meestal afgelegen in landelijke gebieden. De orthodoxe Kathedraal van de Verrijzenis van Christus, in de Rugova-straat, werd ingewijd in 2012 en getuigt met haar megalomane lijnen en gigantische mozaïek in de koepel van het belang van deze kerkgemeenschap in Albanië.
In het noorden wonen de meeste katholieken van het land, met name rond Shkodra. Deze groep vormt zo’n 12 à 15% van de bevolking. De Sint-Stefanuskathedraal en de Sint-Franciscuskerk zijn een bezoek waard om hun fresco’s: religieus in de eerste, anticommunistisch in de tweede! Berat is dan weer een verplichte stop voor liefhebbers van religieuze kunst. In de citadelwijk bevinden zich de resten van de oudste moskee van Albanië (1417) en de oude kathedraal die nu het Onufri-museum huisvest.
Onufri wordt beschouwd als de ‘Michelangelo’ van de iconenkunst! Zijn unieke talent leidde ertoe dat hij en zijn leerlingen in de 16de eeuw hyperrealistische iconen schilderden en het legendarische ‘Onufri-rood’ ontwikkelden: een uitzonderlijk pigment dat zijn schilderijen een ongekende helderheid gaf. In het museum zijn verschillende van zijn werken te bewonderen. Uniek is dat je – omdat het nu een museum is – achter het iconostase mag komen, wat in een functionerende kerk nooit kan. Hier ontdekte men in 1967, verborgen onder de vloer, twee unieke werken: Codices (perkamenten handschriften met evangelieteksten) uit de 5de en 9de eeuw.
Ook de orthodoxe kloosters maken deel uit van het Albanese landschap. In het zuiden, bij de site van Apollonia, ligt het klooster van Ardenica, het laatste in Albanië waar nog monniken wonen. Het werd in de 13de eeuw gebouwd op een hoogte, op een plek waar al sinds de 10de eeuw een kapel stond, en in de 18e eeuw herbouwd. Het klooster is bekend om zijn muurschilderingen van hoge kwaliteit, een rijkelijk versierde iconostase en een opmerkelijke houten preekstoel in de vorm van een boot. Het geheel bleef gespaard tijdens het communisme, omdat een bisschop de vernietiging wist tegen te houden door de autoriteiten ervan te overtuigen dat het klooster belangrijk historisch erfgoed was, aangezien het huwelijksfeest van Skanderbeg er had plaatsgevonden.
We sluiten dit hoofdstuk in schoonheid af in Korça. In deze stad vind je zowel de Mirahori-moskee (1494, het oudste gebouw van de stad) als de indrukwekkende orthodoxe kathedraal, ingehuldigd in 2004. Hier bevindt zich ook het beroemde Nationaal Museum van Middeleeuwse Kunst. Het is ondergebracht in een strak, modern gebouw uit 2016 en bezit de grootste museale collectie van iconen ter wereld: 400 spectaculair tentoongesteld en nog eens 6.500 in opslag. Uiteraard zijn er ook werken van Onufri bij. Een Albanese parel!