Na de diefstal die zo uit een actiefilm leek te komen, uit de Franse Senaat kritiek op het Louvre. De beveiliging voldoet niet meer aan de normen van een museum in de 21ste eeuw.
© mika-baumeister
Voor wie de laatste dagen onder een steen geleefd heeft: op 19 oktober verdwenen acht Franse kroonjuwelen, met een geschatte waarde van 88 miljoen euro. Ze werden op enkele minuten tijd geroofd van onder de neus van de bewakers in de Galerie d’Apollon. Een parlementair onderzoek is nu gestart om te achterhalen hoe zo’n brutale kraak kon plaatsvinden in het beroemdste museum ter wereld.
Een beveiligingssysteem dat “niet voldoet”
Na een plaatsbezoek op dinsdag, spaarde Laurent Lafon – de voorzitter van de Cultuurcommissie in de Franse Senaat – zijn kritiek niet: “De organisatie van de beveiliging voldoet niet aan wat je vandaag de dag van een museum mag verwachten.”
De centrumpoliticus wijst op technische tekortkomingen en verouderd materiaal, vooral op het vlak van het netwerk en de videobewaking. Hij roept op tot een snellere implementatie van het masterplan voor de beveiliging – een omvangrijk project van 80 miljoen euro dat momenteel wordt uitgerold. Ter herinnering: president Macron wil met een investering van 800 miljoen euro het Louvre een grondige facelift geven, met onder andere een tweede ingang en een nieuwe ruimte voor de Mona Lisa.
Mea culpa van het Louvre
Tegenover de parlementariërs erkende Laurence des Cars, de voorzitter van het museum, verschillende tekortkomingen: “We hebben de komst van de dieven niet op tijd opgemerkt.” Ze geeft ook toe dat sommige beveiligingsposten verouderd zijn en slecht verspreid over het gebouw.