

We beginnen in Ubud, een pareltje in het centrum van het eiland. Ubud ligt dan misschien ver weg van de drukke stranden, toch valt het steeds meer ten prooi aan toeristische drukte. Maar desondanks blijft het makkelijk om er nog authentieke geuren en sferen op te snuiven. Ik volgde een kookles bij Paon Bali: terwijl ik galangal en kurkuma fijnstampte in een vijzel van vulkanische steen, voelde het alsof ik veel meer deed dan koken! ’s Avonds in het Koninklijk Paleis leken de barongdanseressen met hun uiterst precieze bewegingen eeuwenoude verhalen te vertellen.
Diep verscholen in een groene vallei ligt Sidemen, de tegenpool van het drukke strandleven. Ik sliep er in een bamboehut, in slaap gewiegd door het zachte gekwaak van kikkers en de regen die op de bananenbladeren tikte. Tijdens een wandeling op smalle paadjes kwam ik boeren tegen die me met een welgemeend “selamat pagi” begroetten. Op de achtergrond torende de majestueuze Mount Agung boven alles uit – een stille herinnering dat de natuur hier altijd de baas is. Hier kom je vanzelf weer tot de essentie.
Pure emotie voelde ik bij Tirta Empul, waar heilige baden dienen voor een hindoeïstische reiniging. Een eeuwenoud ritueel waarbij het water niet alleen het lichaam, maar ook je onzekerheden lijkt weg te spoelen. Helemaal anders was het moment bij Lempuyang, de ‘tempel van de hemelpoort’. Daar leek de wereld stil te staan: het zicht op de vulkaan, perfect ingekaderd in het gebeeldhouwde portaal, was zo ontroerend dat ik bijna vergat dat ik in de rij stond voor een foto. Bijna.
Zin in turquoise water en knisperend wit zand? Dan is Nusa Lembongan, op 30 minuten varen, de plek voor jou. Geen auto’s hier, alleen scooters en zilte lachbuien. Als je houdt van snorkelen, is het niet moeilijk om er mantaroggen te spotten – sierlijke wezens die dansen alsof ze gewichtloos zijn. Met een verse kokosnoot in de hand tijdens de zonsondergang voelde het als een kinderdroom die uitkwam, zo paradijselijk was de sfeer.
Mijn laatste favoriet: Munduk, hoog in het bergachtige noorden. Het klimaat is er frisser en de paden ruiken naar mos en varens. Vergeet zeker de Banyumala-waterval niet, waar het geklater van het water zelfs je gedachten overstemt. En dan dat rustmoment op een koffieplantage: daar ontdekte ik dat Kopi Bali niet zomaar een drankje is, maar een ritueel – een moment waarop de tijd stil lijkt te staan.
Rondreis
Vertrek van
Vertrek op
Rondreis
Vertrek van
Vertrek op