In het koninkrijk waar grote dennenbomen en harde winters heersen, ontdek je een land van de kleine bergen. Als een stukje Canada of Scandinavië, het uiteinde van de wereld aan de grens met Zwitserland. Te voet, met sneeuwschoenen, op langlauflatten of met de hondenslee te verkennen
De Jura is een toeristische bestemming waar elk seizoen een waar genot is. Een grote verscheidenheid aan landschappen zorgt ervoor dat je ver van de drukte je batterijen weer op kan laden met onverwachte verrassingen en ontdekkingen. Zowel ‘s zomers als ‘s winters moet je de Jura verkennen en beleven omwille van zijn natuur, zijn diepe bossen, zijn kleine meren, zijn watervallen, zijn ‘combes’ (valleien) en zijn teruggetrokken rustplekken.
Dit departement, dat deel uitmaakt van de (nieuwe) streek Bourgogne-Franche-Comté, is in het winterseizoen één van de koudste van Frankrijk. Dit zorgt voor een authentieke warmte in zijn verwelkoming. En wanneer we het over de Jura hebben, dan hebben we het in dit geval over de Haut-Jura en zijn kleine paradijselijke hoekjes zoals het Regionaal Natuurpark Haut-Jura (één van de 54 natuurparken van Frankrijk). Ver van de platgetreden paden die meer naar het Zuiden in de Alpen skiërs aantrekken, is dit als het einde van de wereld, de laatste trede van een trap die stijgt naar de koude en de sneeuw om van daarboven een balkon te bieden dat uitgeeft op Zwitserland en de Jura Vaudois, en naar het meer van Genève beneden.