Een dag, een plek: Cartagena de Indias, 11 november 1811. De vrijheid wordt uitgeroepen

25-09-2025
Op 11 november 1811. Aan de Caraïbische kust van Nieuw-Granada (het huidige Colombia, dat toen ook delen van het huidige Venezuela, Ecuador en Panama omvatte), verklaart de versterkte stad Cartagena de Indias zich onafhankelijk van Spanje. Die dag, achter haar eeuwenoude muren, profileert één van de rijkste steden van de Nieuwe Wereld zich als voorloper van een golf van onafhankelijkheidsverklaringen die Latijns-Amerika ingrijpend zal veranderen.
cartagena
© leandro-loureiro

Cartagena de Indias in 1533 gesticht door Pedro de Heredia, groeit uit tot een bloeiende stad dankzij haar beschutte baai en strategische ligging. Al snel wordt ze een essentiële schakel voor het Spaanse rijk, tussen de Andes, de Caraïben en Europa. Ze fungeert als doorvoerhaven voor de mijnrijkdommen uit Peru en Nieuw-Granada, en wordt bovendien een welvarende plek voor de slavenhandel. De stad wekt al snel de begeerte van velen.

Doorheen de eeuwen proberen piraten en kapers de stad in te nemen: de Fransman Jean-Bernard de Pointis plundert Cartagena de Indias in 1697 in naam van Lodewijk XIV; de Engelsman Edward Vernon faalt in 1741 bij zijn aanval, waarbij hij duizenden manschappen verliest voor de muren die verdedigd worden door Blas de Lezo. De versterkte en oninneembare stad is één van de meest waardevolle bastions van de Spaanse kroon.

cartagena
© ricky-beron

Vlagen van opstand

Begin 19de eeuw verandert alles. Spanje is verzwakt door de Napoleontische invasie, en in de Amerikaanse koloniën groeit de onrust. In Caracas en Buenos Aires ontstaan overal junta’s, die hun onafhankelijkheid uitroepen in afwachting van de terugkeer van een legitieme koning. Cartagena de Indias sluit zich aan bij de beweging: op 14 juni 1810 wordt er een eerste lokale junta gevormd. Hoewel ze officieel trouw blijft aan Ferdinand VII, laat de junta toch al een streven naar autonomie doorschemeren.

Maar al snel groeit het onbegrip tussen de Amerikaanse elite en het moederland. De creolen eisen politieke gelijkheid met de Spanjaarden van het schiereiland, maar Madrid weigert hardnekkig. Het gevoel van onrecht groeit uit tot een roep om onafhankelijkheid.

cartagena
© vw

11 november 1811: het stichtingsmoment

In die context zet Cartagena de Indias op 11 november 1811 de stap. Binnen de versterkte stad ondertekenen de vertegenwoordigers van de provincie de onafhankelijkheidsverklaring: voor het eerst in Nieuw-Granada wijst een stad officieel het Spaanse gezag af.

cartagena
© vw

Het nieuws verspreidt zich razendsnel: andere provincies volgen het voorbeeld, en op 27 november richt een congres in Tunja de Verenigde Provincies van Nieuw-Granada op. Het is de kiem van een federaal staatsbestel waarin ook Cartagena de Indias opgenomen is.

Tussen glorie en onderdrukking

Maar de onafhankelijkheid van Cartagena de Indias verloopt allerminst vreedzaam. In 1815 belegeren de royalistische troepen, aangevoerd door generaal Pablo Morillo, de stad meer dan drie maanden. Uitgehongerd en uitgeput moet de stad op 6 december capituleren. De repressie is genadeloos: executies, arrestaties, ballingschappen. Het “heldhaftige Cartagena” betaalt een hoge prijs voor haar vroege streven naar onafhankelijkheid. Pas in 1821, na harde gevechten, zal Cartagena de Indias haar vrijheid definitief herwinnen.

cartagena
© andres-gomez

Erfgoed van een heldhaftige stad

Tot op vandaag herinnert Cartagena de Indias aan dat verleden. De omwallingen van de stad, erkend als UNESCO-werelderfgoed, haar pleinen en koloniale straten vertellen zowel het verhaal van haar commerciële hoogtij als van haar pioniersrol in de Colombiaanse onafhankelijkheidstrijd.

11 november wordt gevierd als de onafhankelijkheidsdag van de stad. Het is een kleurrijk feest waarbij nog steeds het onuitgesproken motto van de patriotten van 1811 doorklinkt: een vrije stad wijst de weg naar een vrij land.