Met grillige goden, verliefde bergen en heldhaftige vogels maken de Maori-legendes van Nieuw-Zeeland een levend sprookje.
© rod-long
De Maori zijn het inheemse volk van Aotearoa, de Maori-naam voor Nieuw-Zeeland. Ze zijn afkomstig uit Polynesië en zouden rond de 13de eeuw voet aan wal gezet hebben op deze eilanden, met een taal, spiritualiteit en kunstvorm die diep verbonden zijn met de natuur. Hun cultuur steunt vooral op mondelinge overlevering: verhalen, zang, dans en de haka zijn niet louter tradities, maar manieren om de herinnering aan de cultuur levend te houden. En in deze mythische vertellingen — met ondeugende goden, tragische liefdes en onverschrokken helden — zit vaak meer drama dan in de gemiddelde Netflix-reeks…
1. Māui en de reuzenvis – het ontstaan van Aotearoa
We beginnen met Māui, een sluwe held en een soort kwajongen uit de Polynesische legendes. Zijn broers, die zijn streken beu zijn, gaan vissen zonder hem. Maar Māui verstopt zich aan boord met een haak, gesneden uit een magisch kaakbeen. Terwijl hij spreuken uitspreekt, vangt hij een gigantische vis!
Die vis? Dat is het Noordereiland van Nieuw-Zeeland, Te Ika-a-Māui – ‘de vis van Māui’. De kano werd het Zuidereiland en Stewart Island zou zelfs het anker zijn. Als je ooit deze eilanden vanuit een vliegtuig bekijkt, stel je dan voor dat je zweeft boven een mythische vangst!
2. De bevroren tranen van Hine Hukatere – Franz Josef-gletsjer
Eeuwige liefde heeft soms een ijskoud randje. Hine Hukatere, een gepassioneerde bergbeklimster, overtuigt haar geliefde Wawe om haar te vergezellen in de bergen. Helaas kwam hij om bij een lawine. Kapot van verdriet huilt Hine zo veel dat haar tranen bevriezen — en zo ontstond de Franz Josef-gletsjer.
Tot op vandaag vertellen lokale gidsen dat dit ijs de “bevroren tranen van Hine Hukatere” zijn. Een tragisch maar ontroerend voorbeeld van Maori-liefde.
© adrien-aletti
3. Het offer van de kiwi – de moed van een kleine vogel
Andere tijd, ander drama. De Maori-wouden worden geteisterd door insecten. De god Tāne Mahuta smeekt de vogels om uit de hemel af te dalen en de bomen te redden. De tūī, pūkeko en pīpīwharauroa weigeren allemaal: ze vrezen de duisternis of de modder.
Maar de kiwi, die stemt toe. In ruil verliest hij zijn vleugels, zijn kleurrijke veren en het daglicht. Als loopvogel redt hij het woud en wordt hij een symbool van moed. Ironisch genoeg is hij vandaag het nationale symbool van Nieuw-Zeeland!
4. Poutini en de pounamu – liefde in gevat in jade
Pounamu (groene jade) is heilig voor de Maori, en niet zonder reden. Volgens de legende werd de taniwha Poutini, beschermer van de jade, verliefd op een menselijke vrouw, Waitaiki. Om haar voor altijd bij zich te houden, veranderde hij haar in steen, net voor haar man haar kon vinden.
Sindsdien zou elk stuk jade dat in de rivieren van het Zuidereiland gevonden wordt, een stukje zijn van het lichaam van Waitaiki. Eeuwige liefde… maar dan wel een beetje versteend.